maandag 28 september 2015

Precisiewerk met bamboe op de Vrije School in Amersfoort (drie onderste gaatjes) 4

De fluiten zijn nu op grondtoon. Het "kabouteren" bestond dit keer uit het controleren van de grondtoon d. Bij een enkele fluit heb ik nog een ringetje afgezaagd. We gaan nu de gaatjes maken voor de e, de fis en de g.

Vanaf de bovenkant van het venster plakken we een strook tape tot aan de onderkant van de fluit.
Die strook meten we op met een liniaal en verdelen we in kwarten. Ik help even door eerst de helft af te meten en daarna weer de helft van beide helften.

De fluit is verdeeld in kwarten. Het gaatje van de e is goed. De fis moet nog groter worden.

Naast het onderste kwart maak ik een gaatje met de priem. Daar wordt het eerste gat geboord om de toon e te krijgen. Ik controleer met het stemapparaat of de toon goed is. Met potlood zet ik een lijntje om het gat zodat de kinderen weten tot hoe ver ze moeten vijlen. Als de toon goed is meet ik op waar het volgende gat moet komen, de fis en daar zet ik een puntje met de priem. Zie ook het blog van 15 oktober 2014.

Er liggen boren klaar voor de e, de fis (een dikkere boor) en de g (een dun boortje). Aan elke boor zit een vlaggetje met een e, fis of g.

Marion controleert of de namen goed op de fluiten staan.

Wie klaar is, kan verder gaan met schrapen. De kinderen hielden zich goed aan de afspraken: er werd gefluisterd en het opruimen ging prima.

Bea Kloosterman

Geen opmerkingen:

Een reactie posten